Programma

Een veilig gevoel

De politiehervorming zorgde er de voorbije jaren voor dat de voormalige gemeentepolitie en de voormalige Rijkswacht een geïntegreerd geheel gingen vormen. Daardoor wordt het politiewerk een stuk professioneler aangepakt dan voorheen, en dat is een goede zaak. Anderzijds verloor de gemeente veel van haar rechtstreekse invloed op de politie. Essen vormt één Politiezone (PZ) met Kalmthout en Wuustwezel, de “PZ Grens”. Die wordt bestuurd door een Politiecollege met de drie burgemeesters, maar in de praktijk maakt toch vooral de korpschef de dienst uit. De invloed van de Politieraad, met gemeenteraadsleden uit de drie gemeenten, blijft al helemaal beperkt. Dat blijkt ook uit het zonaal veiligheidsplan, waarin het beleid van de PZ wordt vastgelegd. Het is geen slecht plan, maar het wordt te weinig gedragen door de gemeenten, en het gaat te weinig in op de concrete noden. Het blijft allemaal erg algemeen en de lezer kan er nauwelijks uithalen waar er specifieke problemen zijn die aangepakt gaan worden.

N-VA/PLE wil daarom dat de komende jaren het beleidsproces binnen de PZ versterkt wordt. Aan het vastleggen van het veiligheidsplan moet binnen de drie gemeenten een sterker debat voorafgaan, met alle groepen uit de samenleving en ook binnen de gemeenteraad. Veiligheid staat immers niet los van andere beleidsdomeinen. Een veilige straat creëer je alleen door er reeds bij de opmaak van het aanlegplan oog voor te hebben. Dus is een verbinding tussen de PZ en de Gecoro (adviesorgaan voor ruimtelijke ordening) noodzakelijk. Veiligheid is ook een zaak van sociaal beleid, dus moeten de Welzijnsraad en de OCMW-raad het veiligheidsplan kunnen bespreken. Veiligheid gaat alle groepen van de samenleving aan, zodat ook de jeugd- en de seniorenraad erbij betrokken moeten worden. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Kortom, een degelijk veiligheidsplan verdient een breder draagvlak.

De PZ moet prioriteit geven aan de problemen die een directe impact hebben op het Essen van elke dag. Zo heeft het geen enkele zin om snelheidsbeperkingen in te stellen als die niet worden afgedwongen. Tot nu toe gebeuren controles vooral op de gewestwegen en andere hoofdwegen, maar om de zones-50 (en zeker de zones-30) geloofwaardig te houden, zijn ook daar regelmatige controles noodzakelijk. Al moet er in de eerste plaats gewerkt worden aan de inrichting van sommige straten. Het heeft weinig zin een bord “30” te plaatsen als het straatbeeld uitnodigt om “70” te rijden !

Terecht besteedt de PZ extra aandacht aan inbraken en fietsdiefstallen. Zeker op deze terreinen kan het gemeentebestuur meer werk maken van preventie. Zo willen we dat ook inbraakpreventiemaatregelen in winkels in aanmerking kunnen komen voor een subsidie. En door in de stationsbuurt een bewakingscamera te plaatsen, kan niet alleen de overlast van sommige Rex-bezoekers worden aangepakt, maar zal ook het aantal fietsdiefstallen in onze gemeente wellicht gevoelig dalen !

Ook tegen allerlei vormen van overlast moet de politie kunnen optreden. N-VA/PLE heeft echter het gevoel dat veel zaken die eigenlijk bij het normale samenleven horen, nu worden aanzien als overlast. Er mag van iedereen wel wat verdraagzaamheid verwacht worden. Vooraleer je de politie of het gemeentebestuur contacteert, is het logisch dat je eerst zelf de veroorzaker van de overlast eens rustig aanspreekt. We stellen daarom voor dat het gemeentebestuur aan de hand van een informatiecampagne zou uitleggen dat we nu eenmaal dicht op elkaar wonen in Vlaanderen, en dat we dus met elkaar zullen moeten leren leven …

Uiteraard zijn er grenzen aan overlast, en zo nodig moet er ingegrepen worden. N-VA/PLE pleit voor de invoering van het stelsel van gemeentelijke administratieve sancties, waarmee kleine overtredingen door het gemeentebestuur zelf bestraft kunnen worden met een boete. We denken daarbij aan het bevuilen van speelterreintjes met hondenpoep, aan sluikstorten, aan het niet respecteren van het sluitingsuur, aan wildplakken, aan het afsteken van vuurwerk wanneer dat niet mag … Om dat te kunnen realiseren, moeten wel alle bestaande politiereglementen samengebracht worden in één duidelijk reglement, dat door iedereen kan geraadpleegd worden. Meteen een geschikte gelegenheid om er de verouderde bepalingen uit te halen.

 

Is er politie in de buurt ?

De PZ Grens werkt met een systeem van wijkagenten, en dat is een goede zaak. Vaak zijn ze echter onvoldoende gekend, en daardoor niet aanspreekbaar genoeg. Door de wijkagent een spreekuur in de wijkwerking van het LDC te geven, komen we daaraan tegemoet. Dat vraagt natuurlijk een investering vanuit de politie.

Aan een veilige buurt kan de Essenaar zelf ook heel wat doen. Door kort op de bal te spelen en verdachte zaken in de eigen straat of wijk op tijd te signaleren. Of door aandacht te hebben voor vandalisme of gebrekkig onderhoud van de openbare ruimte, want dat zijn zichzelf versterkende fenomenen. Eventueel zelfs door een Buurt-Informatie-Netwerk (BIN) op te richten, waarbij de eigen buurt systematisch in de gaten wordt gehouden, en de informatie naar de politie wordt doorgespeeld. In de andere richting kan de politie dan ook snel verwittigen wanneer er een bepaalde dreiging is – een inbrakengolf in de streek bijvoorbeeld.