Programma

Van sociale bijstand naar sociaal beleid

Het voeren van een sociaal beleid is meer dan het lenigen van de ergste (financiële) noden of het geven van toelagen aan mensen in een bijzondere situatie. Het vraagt om een systematische aanpak, die vorm krijgt in één geïntegreerd lokaal sociaal beleidsplan. In dat plan moet het OCMW een centrale rol krijgen. Bovendien komen er enkele bijkomende taken, zoals de coördinatie van het gezondheidsbeleid, naar het OCMW. Daarom willen we aan het kader van het OCMW een stafmedewerker toevoegen, die samen met de secretaris en de ontvanger het beleid kan voorbereiden, en extra aandacht kan besteden aan kwaliteitszorg en aan de afstemming van de verschillende diensten.

Bovendien zal ook de ondersteuning van de adviesraden tot dit takenpakket behoren. De nieuwe werking met twee centra (Kerkeneind en De Bijster), en de overheveling van bevoegdheden naar het OCMW maakt immers dat een andere structuur moet opgezet worden. N-VA/PLE wil in dat kader de bestaande Welzijnsraad samenvoegen met de stuurgroep van het Netwerk Zorgzaam Essen (die bij gebrek aan interesse van de nieuwe OCMW-voorzitter al twee jaar stilligt). Deze raad krijgt daarbij een brede adviesrol ten aanzien van het OCMW in het algemeen en t.a.v. de werking van het LDC in het bijzonder. Anderzijds wordt de bestaande Medische Adviescommissie van de Polikliniek uitgebreid tot een Gezondheidsraad die naast de huidige taken ook oog heeft voor preventie-acties. Daarom worden er ook de arbeidsgeneeskundige diensten, de CLB’s, Kind & Gezin en de medewerkers van LOGO (het overkoepelend regionaal samenwerkingsverband rond gezondheid) aan toegevoegd. Ook de ziekenfondsen maken mee deel uit van deze raad, om op die manier ook de patiënten zelf te vertegenwoordigen.

N-VA/PLE wil niet alleen aan de structuren sleutelen. Ook op het vlak van het beleid zelf kan er nog één en ander verbeterd worden. Zo kan een geschikt, betaalbaar en divers woonaanbod -voor wie nood heeft aan een aangepast verblijf- enkel worden gerealiseerd als alle betrokkenen meewerken. De sociale woningbouwmaatschappijen moeten er daarbij voor zorgen dat hun woningen ook geschikt zijn voor senioren en gehandicapten. De rust- en verzorgingstehuizen moeten hun sociale verantwoordelijkheid nemen en al het mogelijke doen om het verblijf voor senioren betaalbaar te houden.

Het OCMW moet voor bijkomende voorzieningen zorgen, maar kan ook heel wat doen om ervoor te zorgen dat bestaande woningen kunnen worden aangepast. Zo wil N-VA/PLE dat hiervoor binnen het OCMW een klusjesdienst wordt opgericht. Het gemeentebestuur kan binnen haar woonbeleid dan weer premies voorzien voor wie verbouwingswerken uitvoert om de woning aan te passen. Uiteindelijk spaart de overheid immers véél geld uit als zoveel mogelijk mensen zelfstandig kunnen blijven wonen. Tenslotte speelt ook de Seniorenoppasdienst hierin een belangrijke rol, om mantelzorgers toe te laten er af en toe even tussenuit te knijpen. Om die dienstverlening te versterken willen we de komende jaren meer investeren in (vorming voor) de vrijwilligers die erin actief zijn.

Studies tonen aan dat veel mensen nog altijd niet de weg vinden naar de verschillende vormen van dienstverlening. Zo zou 50% van de mensen die recht hebben op het leefloon daarvoor niet bij het OCMW aankloppen. Om hen te bereiken, zijn bijkomende inspanningen noodzakelijk. Daarom moet het OCMW de komende jaren nog meer investeren in het communicatiebeleid. Daarbij moet in samenwerking met organisaties zoals ‘Welzijnsschakels’ en verenigingen waarin armen het woord nemen, gezocht worden naar goede technieken om de meest kwetsbare mensen in onze samenleving beter op de hoogte te brengen van de diensten van het OCMW, en van andere dienstverlening waarop ze een beroep kunnen doen. Ook de mogelijkheden om zichzelf te ontplooien, bijvoorbeeld via het LDC of het rijke Essense verenigingsleven, moeten aan hen bekendgemaakt worden.

Ook die sociale participatie is voor N-VA/PLE immers een prioriteit. Zoals we ook in onze sociaal-culturele programmatekst aangeven, willen we daar werk van maken via het omvormen van de participatiecheque tot een “Doe Mee”-cheque voor alle Essenaren. De OCMW-cliënten zouden er een aantal gratis krijgen, terwijl de overige Essenaren 20 EUR zouden betalen voor een cheque met een waarde van 25 EUR. De cheques kunnen ingezet worden om deel te nemen aan allerlei evenementen en manifestaties, en om het lidmaatschap van verenigingen te betalen. Om te zorgen dat er gebruik van gemaakt wordt, moet het aanbod goed bekend zijn. Daarom wordt in het OCMW-gebouw voor de nodige publiciteit voor het socio-culturele leven gezorgd, en wordt elk jaar een folder opgemaakt die zich specifiek naar de OCMW-cliënten richt, om hen uit te leggen hoe de cheques kunnen gebruikt worden.

Ook om overmatige schulden tegen te gaan, is communicatie essentieel. De liberalisering van een aantal markten (elektriciteit, telecommunicatie…) is voor de gemiddelde gebruiker een goede zaak geweest, maar duwt vaak mensen die het niet al te breed hebben verder in de put. Ondoorzichtige prijzen, aanlokkelijke aanbiedingen om over te stappen –zonder te verduidelijken dat het bestaande contract nog doorloopt–, en ondoorzichtige praktijken van de verschillende ondernemingen op de markt, jagen mensen vaak snel op hoge kosten. Een doorgedreven preventiebeleid is hier aangewezen. Een verwittigd mens is er immers twee waard. Maar de leveranciers moeten ook op hun verantwoordelijkheid aangesproken worden ! Gelukkig beschikt het Essense OCMW over een goede dienst voor budgetbeheer, die er vaak in slaagt de problemen binnen de perken te houden, en die op termijn mee kan werken aan een structurele oplossing. Het komt erop aan de drempel voor deze dienstverlening te verlagen, zodat ook hier niet enkel wordt aangeklopt als het al te laat is. Hopelijk wordt het straks gemakkelijker om in het Sociaal Huis binnen te stappen dan nu in het OCMW.

Het OCMW staat ook in voor de asielzoekers die aan Essen toegewezen worden. Zolang er landen zijn die men wil ontvluchten van zodra men de kans krijgt, zullen er vluchtelingen zijn die de weg naar ons land vinden. Essen was de voorbije jaren verantwoordelijk voor zo’n 70 gezinnen. N-VA/PLE vindt die spreidingsaanpak een goede zaak : het is immers veel eenvoudiger om in onze samenleving te integreren via een kleine gemeente dan in een stad. Bovendien is de draagkracht van de steden ook beperkt. Essen doet dan ook grote inspanningen om voor de toegewezen asielzoekers een gepaste woning te vinden, maar vaak verkiezen ze zélf om toch naar de stad te trekken. Dat laat de wet (jammer genoeg) toe. Daardoor wordt Essen soms in één zak gestoken met gemeenten die hun asielzoekers “dumpen” in de grote steden, maar dat is dus onterecht. Wij willen in elk geval doorgaan met de geleverde inspanningen, ook door duidelijk te maken dat alleen wie ook in Essen verblijft, kan rekenen op de bijkomende ondersteuning waarop alle Essenaren recht hebben (zoals huursubsidies). We willen bovendien vermijden dat de asielzoekers waar onze gemeente verantwoordelijk voor is, in handen van huisjesmelkers vallen. Dat kunnen we doen door jaarlijks een huisbezoek bij de asielzoeker aan te vragen via het OCMW van de werkelijke verblijfplaats.

Het OCMW van Essen organiseert sinds enkele jaren ook lessen Nederlands. Die willen we zeker verderzetten. Bovendien willen we mee een oplossing zoeken voor het probleem dat asielzoekers voor de verplichte inburgeringscursussen vaak nogal ver moeten reizen. Die verplichte inburgering juichen we overigens luid toe.

 

Personeelsbehoeftenplan uitvoeren

De voorbije jaren werkte het OCMW aan een Personeelsbehoeftenplan. Dat wees uit dat vooral de sociale dienst en de coördinatie van de thuisdiensten (de dienstencheques) over te weinig personeel kunnen beschikken. De conclusies van het plan moeten daarom zo snel mogelijk in een nieuw personeelskader omgezet worden, zodat een optimale dienstverlening niet ten koste van het personeel hoeft te gaan !

Onderhoudsplicht ? Een vals debat !

Wie naar een rust- en verzorgingstehuis gaat en daar geen toereikend pensioen voor heeft, kan erop rekenen dat het OCMW het verschil bijpast. Wel zal er worden nagegaan of de kinderen niet kunnen bijdragen : als hun inkomen voldoende hoog is, wordt er van hen geld teruggevorderd, tenzij er goede redenen zijn om dat niet te doen. In de praktijk wordt er in Essen maar van een heel beperkt aantal mensen teruggevorderd. Het is ook heel belangrijk om daar voorzichtig mee om te springen, en N-VA/PLE wil die praktijk zeker handhaven, en zelfs nog meer vrijstellingen toekennen dan nu. Maar het principe van de onderhoudsplicht willen we wel overeind houden, om te vermijden dat mensen die het wel kunnen betalen niet zomaar de OCMW-kas zouden aanspreken. Dat geld zien we immers liever terechtkomen bij wie het echt nodig heeft. Wij gaan ons hierover alvast niet laten meeslepen in een ideologische discussie die misschien van betekenis is in de steden, maar in Essen geen praktisch belang heeft !

Toegankelijkheid is een recht

Niet alleen binnen het sociale beleid maar binnen het gehele gemeentebeleid moet er aandacht zijn voor het recht op gelijke kansen en voor de specifieke moeilijkheden die sommigen ondervinden. Zo kan er nog heel wat verbeterd worden op het vlak van de toegankelijkheid van openbare gebouwen en voetpaden voor rolstoelgebruikers en andere minder-mobielen. Binnen het gemeentebeleid, ook bijvoorbeeld binnen het informatiebeleid, is er niet altijd voldoende aandacht voor doelgroepen zoals slechtzienden of doven.