Om een lijn te krijgen in het Essense cultuurbeleid is het opstellen van een cultuurbeleidsplan een eerste essentiële stap. Het is trouwens onbegrijpelijk dat dit de voorbije jaren nog niet werd gerealiseerd. Het plan moet, zeker de eerste keer, grondig worden aangepakt om er vervolgens op te kunnen verderbouwen. Dat vraagt om een actief engagement van de schepen van cultuur, en om de opbouw van een belangrijke deskundigheid bij de cultuurdienst. Dit soort plannen moet een gemeentebestuur immers zelf opstellen. Beroep doen op studie- of adviesbureaus is een garantie voor een plan dat door de sector niet of onvoldoende wordt gedragen.

Binnen het plan moet werk worden gemaakt van een helder, eenduidig en objectief subsidiesysteem, waarbij alle particuliere organisaties aan bod komen die niet onder de andere sectorplannen (jeugd, sport, senioren) vallen. Ook voor het gebruik van gemeentelijke lokalen worden best eenvormige principes voorzien. In afwachting van de opmaak van het plan wil N-VA/PLE alvast werk maken van de onmiddellijke invoering van het subsidiestelsel dat de Cultuurraad uitwerkte, en daar tevens de nodige middelen voor voorzien.

Wat de culturele infrastructuur in onze gemeente betreft, stellen we vast dat er in de eerste plaats een grote nood is aan een geschikte zaal voor (muziek)optredens en toneelvoorstellingen. Zaal Rex biedt hiervoor goede perspectieven, maar er moet nog aan de uitrusting worden gewerkt. Zo moet een backstage-ruimte worden voorzien, zodat artiesten het podium kunnen verlaten zonder in de zaal te moeten stappen. Dat kan door achter de bestaande zaal een dergelijke ruimte bij te bouwen. Bovendien moet er een flexibel systeem van doeken worden voorzien, zowel om het “doek te kunnen dichtdoen”, als om tijdens een toneelstuk achter de coulissen te kunnen verdwijnen. Ook aan het inkomgedeelte van de zaal is nog werk. Zo moet er in elk geval een vestiaire worden voorzien.

Infrastructuur alleen is niet genoeg. Bij het toekennen van de concessie voor zaal Rex, moet er ook over gewaakt worden dat de uitbater het geheel mee levendig houdt. Daarbij moet hij of zij het recht krijgen om zelf evenementen in de zaal te organiseren. Ook de gemeentelijke cultuurdienst heeft een verantwoordelijkheid, om - al dan niet samen met bepaalde verenigingen - activiteiten naar zaal Rex te halen die niet zomaar spontaan worden georganiseerd. We denken hier aan muziekvormen die minder aan bod komen, en aan lokaal talent waarvoor niet altijd een podium is. Bovendien moeten de bestaande subsidiemogelijkheden voor optredens e.d. beter worden gepromoot.

Wat voor zaal Rex geldt, geldt ook voor de Oude Pastorij. Die vervult een belangrijke functie als vergaderplaats voor verenigingen, maar komt als Cultureel Centrum te weinig uit de verf. Daaraan willen we verhelpen door het horeca-gedeelte in concessie te geven (en uit te breiden met een terras). De concessiehouder krijgt de mogelijkheid en de taak om de culturele programmatie mee uit te werken. Ook hier zorgt de cultuurdienst voor een aanvulling. Daar komt trouwens ook meer tijd voor vrij als de horeca-beslommeringen door de concessiehouder worden overgenomen.

De Oude Pastorij moet in de eerste plaats gericht worden op kleinschalige voorstellingen en op kortlopende tentoonstellingen. Voor langlopende tentoonstellingen beschikt Essen niet over een ideale ruimte. In die leemte moet voorzien worden, maar er een nieuw gebouw voor oprichten is voor ons onverantwoord.

Een degelijk kunstenbeleid maakt onlosmakelijk deel uit van een sterk cultuurbeleid. Essen biedt op dat vlak heel wat mogelijkheden : de muziekacademie, de academie voor beeldende kunsten, Tatteljee, de muziekverenigingen, de toneelverenigingen, leesclubs… Het gemeentebestuur moet voor hen vooral voldoende mogelijkheden bieden om naar buiten te treden. Zaal Rex wordt voor de podiumkunsten een essentiële schakel. Voor de beeldende kunst zijn tentoonstellingsmogelijkheden dan weer essentieel. En het aankoopbeleid van het gemeentebestuur moet verbreed worden, zodat alle vormen van beeldende kunst aan bod kunnen komen.

Bij het vormgeven van het cultuurbeleid speelt de cultuurraad een essentiële rol. Deze raad dient verder versterkt te worden. In de eerste plaats dient het gemeentebestuur de raad ernstiger te nemen (wat geldt voor alle adviesraden), en in de tweede plaats dient de raad over de eigen structuren na te denken.

De bibliotheek neemt een aparte plaats in het cultuurbeleid in. Dankzij de dynamische aanpak van de verantwoordelijken bouwde de Essense bib zich de voorbije jaren uit tot veel meer dan een verzameling boeken. De Essense bibliotheken werden een ontmoetingsplaats en een centrum waar jong en oud rond het woord actief zijn. Dankzij de internettoegang en de DVD-collectie werd ongetwijfeld ook een publiek aangesproken dat de weg naar de bibliotheek anders niet zo eenvoudig zou gevonden hebben. N-VA/PLE wil op de ingeslagen weg verdergaan. Zo zijn er nog enkele zwakke plekken in de collectie (poëzie, anderstalige boeken, …) die aangepakt kunnen worden, en willen we ook een muziek-CD-uitlening (“discotheek”) voorzien. Ook de wijkafdelingen blijven soms nog wat achter. N-VA/PLE wil niet alleen dat die allemaal behouden blijven, maar ook dat ze versterkt worden.

Bovendien mag de bib geen eiland worden. Via het systeem van de “bib aan huis” gaat ze nu al naar de mensen toe voor wie ze minder goed bereikbaar is. Dat kan verder worden gepromoot. Er kan ook samengewerkt worden met de boodschappendienst die we - via het OCMW - binnen het stelsel van de dienstencheques willen opzetten (zie programmatekst sociaal beleid). De bibliotheekwerking moet tenslotte ook dichter betrokken worden bij het gehele cultuurbeleid, in het bijzonder naar de uitbouw van een JongerenInformatiePunt (JIP) en een gemeentelijke archiefwerking toe.