Het Heidebloempje - Studentenbond, KSA, KSJ

Een burcht voor het Heidebloempje

Vanaf de stichting in 1897 heeft de studentenbond het Heidebloempje in heel wat lokalen en plaatsen in Essen en Kalmthout gehuist. Uiteraard mogen we het allereerste lokaal of de plaats waar de bond werd opgericht niet vergeten, namelijk 'De Graaf van Mansfeld' op de Nieuwmoer, een herberg die eigendom was van een schoolgenoot van de medeoprichters, Flor Vervoort. De eerste jaren was het voortdurend zoeken naar plaatsen waar de studenten ongestoord konden samenkomen. Soms was dat ten huize van de Essense gemeentesecretaris, Cit Van Meel op de Heuvel. Ook bestuurslid Jef Goossenaerts stelde bij familie in het Handelaar op Achterbroek een ruime kamer ter beschikking. Vlak na de eeuwwisseling staan diverse lokalen vermeldt waar vergaderd werd zoals in lokalen 'De Zoeten Inval' en wellicht zelfs in open lucht. Net voor de Eerste Wereldoorlog werd regelmatig te Kalmthout vergaderd. Veel had een bond, die vooral een vakantiewerking had, niet nodig. Voor de grote festiviteiten als toneel- en gespreksavonden werden telkens geschikte lokalen afgehuurd.

In de woelige jaren na de oorlog, toen in '22 besloten werd de Noordkempische bond te splitsen wegens groot succes, werd veel vergaderd. Maar uit de annalen blijkt niet dat het Heidebloempje een vaste standplaats had. De vergaderingen van de studentenbond in de jaren '20 gebeurde wellicht bij mensen thuis. Wel is er herhaaldelijk sprake van café 'Hotel van den Kerckhove', de plaats waar later hotel de Linden zou komen. De toneelopvoeringen voor de Eerste Wereldoorlog gebeurden in Essen waarschijnlijk in de zaal Patronage, op een plaats waar nadien de Melkerij werd opgericht. In 1923 werd in Essen het eerste Gildenhuis ingehuldigd, dat nadien jarenlang als vergaderlokaal dienst deed, eerst van de studentenbond en nadien van KSA, dit tot tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een echt ingericht lokaal had KSA toen niet nodig, want er werd enkel tijdens de vakanties bijeengekomen. Het Gildenhuis had als bijkomend voordeel dat daar ook toneel kon gespeeld worden, want naast de kampen zou dat jarenlang één van de voornaamste activiteiten van KSA uitmaken.

Toen het Gildenhuis werd gebombardeerd in WO II week het KSA-toneel uit naar Mariaberg. Toen de oorlog gedaan was vond KSA in 1945 onderdak in het Lazaret. Meubels ontbraken om het lokaal wat in te richten en men deed beroep op edelmoedigheid van allen. KSA deelde de lokalen met het Kinderheil. Na het Lazaret trok KSA opnieuw in het heropgebouwde Gildenhuis en gebruikte de speelplaats van de Broederschool, die er vlak naast lag. KSA bleef in de jaren '50 een kleine groep vrienden, die ook informeel dikwijls bijeenkwamen. Zo was KSA in de tweede helft van de jaren '50 thuis bij Jan Schrooyen, vader van Cis en Wim. Cis zou bijna vijf jaar KSA leiden en vele kampen en activiteiten werden bij Schrooyen thuis tot in detail besproken.

De Oude Pastorij

Voor KSA was het dan ook een omwenteling toen ze van het gemeentebestuur begin de jaren '60 een eigen lokaal toegewezen kreeg in de Oude Pastorij. KSA had lokalen nodig, omdat in 1962 met een jaarwerking werd gestart en er zo elke week moest vergaderd worden. De Oude Pastorij was in slechte staat en dat is nog een eufemisme. Maar Mark Verdonckt en Piet Andriessen begonnen met het enthousiasme de jeugd eigen aan de inrichting van de Burcht. Die inrichting, de verbouwing, de zorg voor het doorlekken zou minstens 10 jaar lang elke bondsleider en zijn ploeg bezig houden. Het lokaal heeft handen vol geld gekost en is eigenlijk nooit in goede staat geraakt. Door zijn uitstekende ligging, zijn historische achtergrond en zijn unieke architectuur voelden de KSA-ers dit gebouw toch aan als een gedroomd lokaal, hun eigen thuis, hun Burcht. Bovendien had de Oude Pastorij een eigen concierge, Stanneke Arnouts, die ook de sleutels had voor de KSA-lokalen. Dit gaf de Burcht nog meer cachet. De KSA-leiding was aan Stanneke zeer verknocht en op Sinterklaasqavond kwamen de leiders uiteraard in gepaste kledij bij hem langs met geschenken voor zijn kinderen.

De inrichting van de lokalen in de Oude Pastorij startte in 1961. Ongekleurde jute en denneschaliën, moesten de ergste schimmelplekken bedekken. Ook droogstoken was een beproefde tactiek. De schouw werd bijgewerkt en geschilderd. De Burcht was ruim genoeg voor meerdere lokalen, zeker toen ook de koepel als aparte ruimte werd ingericht. Op de bovenste verdieping bleef het bijzonder gevaarlijk, zodat die meestal enkel als opslagplaats werd gebruikt. KSA heeft 10 jaar lang instortingsgevaar getrotseerd, maar men heeft er geen minuut over gedacht die unieke plaats op te geven. Wel vroeg Mark Verdonckt aan het gemeentebstuur een langlopend contract omdat alle kosten en moeite anders voor niets zou zijn geweest. Omdat het instortingsgevaar bleef aanhouden heeft de gemeente later betonnen pilaren in de grote zaal geplaatst om de zoldering te stutten, symbolen van onveiligheid.

Naar het jeugdheem

Toen Jef Brosens in 1970 als bondsleider aantrad werd hij door de gemeente aangemaand de Burcht te verlaten zonder dat de gemeente een alternatief lokaal voorstelde. KSA stond op straat en zag zich verplicht zijn heil te zoeken op het terrein van het Jeugdheem, waar ook de andere jeugdbewegingen van de O.L.Vrouw-parochie hun intrek hadden genomen. Met behulp van onderpastoor en tegelijk nieuwe proost Jef Smets vond de KSA-leiding een compromis in de vorm van een eigen barak op de terreinen van het Jeugdheem. Die barak werd in 1972 aangekocht en voor de opbouw stonden de ouders van een aantal leiders in. Het tweede deel van de barak werd uiteindelijk in 1976 afgewerkt. De waarschuwing van de gemeente bleek toch niet uit de lucht gegrepen, zo bleek in 1976, toen de Oude Pastorij ook effectief instortte. De bouw en de inrichting van de barak bleef al die jaren één van de hoofdactiviteiten van de werking van KSA, zeker voor de oudere bannen. De bouw van de barak is ook jarenlang het bindteken geweest tussen leiding en ouders. Door de eigen barak op het Jeugdheem behield KSA nog een zekere autonomie tegenover de andere jeugdbewegingen. Daarbij vergaderde KSA in tegenstelling tot de anderen op zaterdag, zodat ze de omliggende terreinen vrijwel alleen tot hun beschikking hadden.

In 1987 verliet KSJ de barak en nam zijn intrek in de stenen gebouwen van het Jeugdheem. De Kernraad verklaarde de barak bouwvallig en liet hem afbreken, hoewel hij nog lang dienst bleef doen in Kalmthout waar hij opnieuw was opgebouwd. De bouw van het Bivakhuis Deken Verstraelen zorgde ervoor dat de jeugdbewegingen extra ruimte kregen in het Jeugdheem, wat gezien de ledenaangroei voor KSJ alvast geen luxe was.